Het orgel in de Kandelaarkerk is gebouwd door BAG Orgelmakers te Enschede en in 1981 in gebruik genomen.
De financiering van het orgel was voor een groot deel te danken aan een legaat en de enthousiaste inzet van de jeugd van onze gemeente, die door diverse acties geld bij elkaar heeft gebracht. Als adviseur bij de bouw trad de heer Dirk Jansz. Zwart uit Rotterdam op. Het orgel is gepositioneerd op een galerij van de westelijke glaswand.
Het is gebouwd volgens het mechanisch sleepladensysteem en de klavieren zijn uitgevoerd als staartklavieren.
De kast is ontworpen door de orgelmaker zelf en is geheel vervaardigd van massief eikenhout.
Het orgel telt 33 stemmen, die verdeeld zijn over drie klavieren en het pedaal.
Het totaal aantal orgelpijpen bedraagt 2086: hoofdwerk – 843, rugwerk – 607, bovenwerk – 486, pedaal – 150.
De dispositie is als volgt:
Hoofdwerk | Rugwerk | Bovenwerk | Pedaal |
---|---|---|---|
Prestant 8' | Prestant 8' | Prestant 8' | Prestant 16' |
Bourdon 16' | Holpijp 8' | Baarpijp 8' | Subbas 16' |
Roerfluit 8' | Octaaf 4' | Viola 8' | Octaaf 8' |
Octaaf 4' | Roerfluit 4' | Octaaf 4' | Bazuin 16' |
Gemshoorn 4' | Quintfluit 3' | Gedekt 4' | Trompet 8' |
Quint 3' | Woudfluit 2' | Nasard 3' | |
Octaaf 2' | Terts 1 3/5' | Nachthoorn 2' | |
Cornet (af A) 5 st | Scherp 3-4st | Flageolet 1' | |
Mixtuur 4-5 st | Dulciaan 8' | Vox Humana 8' | |
Trompet bas 8' | |||
Trompet disc. 8' |
Daarnaast heeft ieder klavier een tremulant en zijn er de volgende koppels:
Hoofdwerk + Rugwerk
Hoofdwerk + Bovenwerk
Pedaal + Hoofdwerk
Pedaal + Rugwerk
Pedaal + Bovenwerk